Straattaal

 

Abee: vriend
Aftanken: heel veel drinken
Appie: kerel / man / broer
Asserix en boebelix: billen en borsten
Blok: sukkel
Damsko: Amsterdam
Dissen: disrespectvol behandelen
Doekoe: geld
Fakkel: joint
Ganga: gruwelijk
Hizz: slet
Ill: tof
Ippi: politie
Joepen: vrijen
Loesoe: weg
Mitti: meid
Mos: jongen
Nakkoe: niks
Nogro: racist
Oetoe: sukkel
Ollo: gat
Panna: dronken
Pisang: plassen
Rampa: gevecht
Roffa: Rotterdam
Skeer: blut
Sma: meisje
Stibbi: stijve
Takkie: praten
Tatta: kaaskop
Tattalands: Nederlands
Wollah: ik zweer